Het doel is om aan het eind van de initiatieffase duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit integraal op te nemen in de richtinggevende opdracht en daarmee te zorgen voor borging hiervan in het project. Het gaat erom dat al vanaf het allereerste begin van de verkenning duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit worden meegenomen. Dan worden belangrijkste keuzes gemaakt en is het effect van die keuzes op duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit het grootst. Het doel is om vanaf het begin te werken aan een plan dat: voldoet aan de randvoorwaarden voor wat betreft inpassing in de leefomgeving; en daarnaast kansen verzilvert voor verbetering van ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid. In de richtinggevende opdracht is het integraliteitsniveau bepaald met behulp van de Handreiking Integrale scopebepaling:
1. Gebiedsontwikkeling
2. Meervoudige inrichting
3. Inpassing
- Op basis van de integrale scopebepaling is het belangrijk om de scope met het integraliteitsniveau voor Ingangstoets vast te leggen in een richtinggevende opdracht. Afhankelijk van het integraliteitsniveau zal dit document een andere benaming hebben: “Opgave gebiedsvisie”, “Opgave inrichtingsvisie” of “Opgave inpassingsvisie”.
- Om duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit te borgen is het van belang om aan het eind van de Initiatieffase, op basis van de duurzaamheidsroos en wat er is opgehaald in de vorige stappen, de ambities vast te stellen en daarmee richting te geven aan de Verkenning van het project.
- Het tijdig inrichten van de projectorganisatie en governance met gebiedspartners vergroot de kansen op een succesvolle samenwerking met omgevingspartijen en het behalen van de gestelde ambities.