Met onderstaande stappen vanuit de Handreiking Integrale scopebepaling wordt inzicht en kennis verkregen om te bepalen of het project wordt gecombineerd met andere gebiedsopgaven. Met behulp van ontwerpateliers/ontwerpend onderzoek waarbij gebiedspartners zijn betrokken, kan het integraliteitsniveau worden bepaald. Er kunnen drie niveaus worden onderscheiden:

1. Gebiedsontwikkeling: Er spelen grootschalige opgaven in het gebied die een sterke wisselwerking hebben en daarom alleen in samenhang kunnen worden uitgevoerd. De opgaven zijn zo groot dat dit een transformatie van het landschap zal betekenen.

2. Meervoudige inrichting: Er spelen meerdere opgaven in het gebied die raakvlakken hebben met de waterveiligheidsopgave. Deze opgaven zijn gelijkwaardig en kunnen elkaar versterken. De opgaven kunnen in afzonderlijke projecten opgepakt worden, maar er is een wens de opgaven mee te koppelen met de waterveiligheidsopgave.

3. Inpassing: De gebiedsopgaven hebben niet of nauwelijks een relatie met de waterveiligheidsopgave. De waterveiligheidsopgave moet wel goed passen in het landschap.

    Stappen

    Gebiedspartners en gebiedskennis samenbrengen in ontwerpateliers en de ruimtelijke opgaven verkennen

  • Ontwikkelingen in de omgeving en de ontstaansgeschiedenis van de dijk worden steeds belangrijker bij het beantwoorden van de vraag wat nodig, wenselijk en mogelijk is na het beoordelen van de waterveiligheid van een dijktraject: er zijn vrijwel altijd opgaven in het gebied die in meerdere of mindere mate een relatie hebben tot de dijk. Zo kan de dijk belangrijke cultuurhistorische waarden hebben en kunnen derden, zoals gemeenten en provincies, plannen hebben voor herinrichting en voor duurzaamheidsmaatregelen. Ook kan dijkversterking een kans zijn om in samenhang uitvoering te geven aan bijvoorbeeld KRW, PAGW en IRM. De plannen kunnen in meer of mindere mate invloed hebben op de wijze waarop de waterveiligheidsopgave opgelost kan worden. In ontwerpateliers kan met de waterkeringbeheerder, rivierbeheerder, stakeholders en experts de waterveiligheidsopgave worden beschouwd in relatie tot de andere gebiedsopgaven. Het gaat er hierbij om dat de voor- en nadelen van het combineren in beeld worden gebracht en expliciet wordt afgewogen wat dit kan betekenen voor de scope van het waterveiligheidsproject. En of dit kan leiden tot een soberder en doelmatiger oplossing voor de waterveiligheidsopgave met een grotere maatschappelijke meerwaarde. Een andere manier om de kansen in kaart te brengen en verbinding te maken met actuele (kennis en innovatie) ontwikkelingen en projecten, is door de HWBP-projectgroep ‘De Innovatieversneller’ te betrekken in deze fase.
  • Verkennen duurzaamheidsopgaven

  • Het verkennen van de duurzaamheidsopgaven en het vertalen van deze opgaven voor het project, geeft richting aan hoe duurzaamheid geïntegreerd kan worden in het project. Betrek hierbij de duurzaamheidsadviseur van het waterschap en een van de adviseurs duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit van het HWBP.
  • Kansen voor gebruik van gebiedseigen grond in beeld brengen

  • Door gebruik te maken van gebiedseigen grond, wordt de milieubelasting van het project door lange transportafstanden beperkt. Door de kansen vroeg in het project in kaart te brengen, worden de mogelijkheden voor het hergebruik van gebiedseigen grond gemaximaliseerd. Het gebruik van gebiedseigen grond zal tegelijkertijd (moeten) leiden tot het versterken van natuur- en landschapswaarden.
  • Bepalen van het integraliteitsniveau van de scope op basis van a t/m c

  • Op basis van de uitkomst van de stappen a. t/m c. wordt het integraliteitsniveau (inpassing, meervoudige inrichting of gebiedsontwikkeling) van de scope bepaald.

Tools

Inspiratie